Deze opstelling is bedoeld om een scenario te vermijden waarin, tijdens een incident, een treinwagon met ontvlambare gassen zou ontsporen en vlam vatten en op zijn beurt de volgende treinwagon met ontvlambare vloeistoffen zou opwarmen en een explosie van die treinwagon zou veroorzaken, een zogenaamde warme BLEVE (Boiling Liquid Expanding Vapor Explosion). Dit convenant is het logische vervolg op een overeenkomst uit 2010 tussen DSM en de Nederlandse overheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen vanaf Chemelot.
SABIC was een van de eerste deelnemers aan het convenant en AnQore sloot de overeenkomst in 2018, nadat DSM een deel van zijn aandelen had verkocht aan CVC Capital Partners. Dat oorspronkelijke convenant blijft van kracht tot 31 december 2022 en is tot nu toe zeer succesvol geweest. Bijna 98% van al het Nederlandse spoorvervoer is conform het convenant georganiseerd en levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de spoorveiligheid in Nederland.
Onlangs heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alle ondertekenaars van het convenant 2010 benaderd met het verzoek de looptijd met nog eens 5 jaar te verlengen. Zowel AnQore als SABIC reageerden hier positief op. De reden voor beide bedrijven om op deze manier betrokken te zijn, is dat BLEVE-risicotreinen alleen zouden kunnen worden gevormd als treinwagons met producten van beide bedrijven zouden worden gecombineerd: brandbare gassen van SABIC (met name butadieen en ruwe C4) en brandbare vloeistoffen van AnQore ( acrylonitril en ACH).
Beide bedrijven onderstrepen dat veilig vervoer van gevaarlijke stoffen voor hen erg belangrijk is.